• BIOGRAFIE
  • ANTON OVER ANTON
  • RELATIE MET COBRA
  • EXPOSITIES
  • FOTOGALERIJ
  • DIVERSEN
  • SCHILDERIJEN
  • GOUACHES
  • TEKENINGEN
  • AQUARELLEN & PASTELS
  • GEDICHTEN
  • BEELDEN
  • DOCUMENTATIES
  • ARTIKELEN
  • VIDEO
  • BESTUUR

Nog 2 dagen vernikkelt Anton ‘O la la’ Martineau 

13 april 2012    Het Parool

Recensent Jos Bloemkolk ging er donderdag  in Het Parool terecht vanuit dat deze lezer Anton Martineau niet kende. Omdat Bloemkolk bovendien onomwonden schreef dat die eerste kennismaking hoognodig was, bezocht ik de Oude Kerk, midden in de rosse buurt. Daar zat Martineau zelf te vernikkelen, maar zijn humeur was er niet minder om. Haast u, zondag eindigt ‘O la la Martineau’!

Anton Martineau kent de Amsterdamse Wallen als zijn broekzak. Hij werd er in 1926 geboren als zoon van een huisschilder. Zijn moeder verdiende er wat bij als helderziende en rekende onder meer de meisjes van plezier uit de buurt tot haar clientèle. Niet zo gek dus dat hij juist hier exposeert. Zijn werk past er ook, met veel maar niet uitsluitend hoertjes in poses die weinig tot de verbeelding overlaten. Of juist wel! Op een van de schilderijen staan twee bedden met daarop respectievelijk een naakte vrouw en een naakte donkere man. De afstand tussen de bedden roept vragen op. Wat is dit: voorspel of naspel? En die rode taart op een ander schilderij met wederom een man en een naakte vrouw, maakt die ook deel uit van een spel?

Bescheiden

De verwantschap van Martineau met de Cobra-schilders en vooral met Lucebert is zichtbaar, maar Martineau besteedt meer aandacht aan details, aan de rand van een panty of een schouderbandje. We kunnen Martineau zelf naar die verwantschap vragen, want hij zit, dik in de tachtig, fier achter twee tafels met koopwaar: ansichtkaarten, catalogi en miniposters met beeldgedichten.
“Ja, met Lucebert ben ik veel opgetrokken. Ik ben maandenlang met hem door Frankrijk getrokken. Dan sliepen we ’s nachts in abri’s en zag ik hem met een kroontjespen gedichten schrijven.” Ze kwamen aan geld door op halve A4-tjes bidprentjes te tekenen van de heilige Anthonius en Cecilia en die aan de kerkgangers te verkopen.
Ook later was het schrapen voor Anton. “Maar als ik wat geld had, kocht ik in de eerste plaats  verf. Ondanks veel te lang piekhaar, lekkende schoenen en gaten in mijn sokken.”
Net als Lucebert is Martineau ook dichter, maar in tegenstelling tot de Keizer van de Vijftigers rees Martineau’s ster niet zo hoog. Is hij nooit jaloers geweest op de bekendheid van Lucebert,  als dichter en als schilder? “Nee hoor, want ik vond lang dat ik er nog helemaal niet aan toe was om werk tentoon te stellen of te publiceren. Ik vond mezelf niet goed genoeg. Maar misschien was ik wel te bescheiden.”

Orgasme

Neemt niet weg dat Martineau uiteindelijk wel degelijk exporteerde, zelfs in Parijs met grotere namen als Tapies en Saura. Desondanks is hij bij het grotere publiek onbekend gebleven.

Martineau lijkt zich zonder morren te schikken in dat lot. “Wat is het koud hier, he? En die dooien hier onder de grond komen ook geen warm handje toesteken.”

 

 


 

Artikel AD

Liefdevolle kritiek op de mens

Martineau wil sociale bewogenheid kwijt

Door L. van Duinhoven                              5 april 1966

 

DEN HAAG – Tot zijn dertigste jaar heeft hij alles opgeslorpt wat er maar in de buurt kwam. De zeven jaren in Frankrijk waren het hardst. Veel bitter sap slikte hij mee naar binnen. Ineens werd het teveel en toen stak de schilder, die in Anton Martineau (39) verborgen zat de kop op. Hij ging uitspuwen, afscheiden.

Het recente resultaat van een kleine tien jaar kronkelen aan de martelpaal – zoals de schilder zijn ezel noemt – is te zien op “Contour” in Delft.

 

Martineau wil sociale bewogenheid kwijt

Schokkend

Het zijn schokkende doeken. Vrouwenkoppen hebben geen tanden in de vuurrode, verbeten gulzige mond maar fietsenrekken. De oogwimpers slaan het oog weg. Grote naakten doen op het eerste gezicht denken aan het werk van een reclameschilder die een artistieke slippertje maakt. De vleeskleur is raak en de voorstelling gunt de kijker geen seconde rust. Het is een indringende ervaring, dit ongetwijfeld koortsachtig neergezette werk te zien. Ineens wordt het duidelijk dat Martineau een rasschilder is en zijn sociale bewogenheid kwijt wil, zijn liefde voor de mens. Zijn schilderijen zijn ook een manier om de tragiek van het bestaan onder woorden te brengen. Martineau neemt daar de vrouw met haar scala van menselijke gevoelens, Zelden zag ik een schilder die zo rondborstig voor zijn, het leven mede bepalende erotiek uit durft te komen.

De Lussanet schildert ook vrouwen en esthetisch verheft hij die. Martineau echter brengt de vrouw buiten haar beperkte contouren en maakt er een kreet van. Voor de een is het een kreet van afgrijzen voor de ander een kreet van sociale bewogenheid. Een agressieve kreet van “zo is de mens en wij moeten het er maar mee doen”. Ik voelde in zijn werk vooral een sterke verwantschap met Brecht.

 

 



Hij lijkt te verlangen naar zijn atelier. “Schilderen is het mooiste dat er is. Alleen al zo’n verftube leegspuiten; dat is een orgasme! En dan moet het echte werk nog beginnen.”
In een oude catalogus van een tentoonstelling uit 2006 die ik van hem koop, krabbelt hij snel een tekeningetje. De schilder en zijn model, schrijft hij erbij. Het penseel van de schilder reikt uit naar de lippen van het model. Zo zoent Martineau, met zijn penseel.
Nog tot en met zondag is “O la la Martineau” te zien in de Oude Kerk in Amsterdam. Let vooral eens op zijn hommages aan Valazguez; die zijn prachtig!

 

 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inhalen

“Vroeger kon ik het met praten af. Nu zit er een spalter of een penseel tussen. Ik schilder razendsnel. Soms ben ik in een kwartier klaar. Ik wil geen kans krijgen om esthetische foefjes te bedenken. Met honderden inkttekeningen bereid ik mij voor. Deze week heb ik er weer 100 gemaakt. Ik moet zo verschrikkelijk veel tijd inhalen”.

Zo snel als hij schildert zo snel spuit zijn levensverhaal eruit: zoon van een huisschilder in Amsterdam - waar Karel Appel zijn eerste verf voor een vriendschapsprijsje kocht – een nul op school (“jij komt toch achter een orgel terecht”) en een onverbeterlijke mensenliefhebber. “Mijn moeder verdiende als helderziende wat bij en mijn kamer was vlak achter de hare. Ik kon alles horen, al die sores en die hoopvolle, tevreden weggaande mensen. Daar heb ik misschien mijn interesse in de mens aan te danken”.

Duellisme 

De zeven jaren zwerven in het buitenland, dat perfecte nietsdoen, gingen hem tenslotte tegenstaan. Hij viel in handen van het monster Reclame en had maanden nodig om zich daarvan te bevrijden. Het tekentalent had hij al.

Als kind was het enige speelgoed dat mijn ouders konden geven oude enveloppen en rollen behang. Die ging ik betekenen. Zo begon het. Later werd het verf. Van Jan Sierhuis kreeg ik een stuk bijna verteerd markiesdoek en een kist half leeg geknepen verftubes. Het was het begin maar het zou jaren duren voordat Martineau’s duellisme uitgeraasd was. Pas de laatste jaren is deze oud-vriend van Lucebert losgebarsten.

Sarcasme 

Er kwamen series tevoorschijn : Protest, Vietnam, Reclame, Mens contra mens. De belangrijke exposities waren : Parijse Biënnale (1959), Galerie Orez (1960) en de Galerie Numero in Florence en Venetië (1965). De verkoop mocht geen naam hebben maar deze schilder die zo virtuoos het zwart op de achtergrond weet te houden en zelfs humor in zijn sarcasme kan leggen, week niet.

“Neem mij niet kwalijk dat ik het zo gedaan heb”, wijzend op een doek in zijn ordelijke atelier aan de Haagsche Franklinstraat, dat onmiskenbaar een paring uitbeeldt. “Ik wil zichtbaar maken, dat die vrouw leven probeert te brengen in die man met dat muffe pak”.

Martineau hoeft zich niet te verontschuldigen. Wij zouden de velen tegenover hem willen verontschuldigen die in zijn groteske werk het verkeerde zien.

 

 

volgende pagina

Contactgegevens


Ineke Vermolen

info@antonmartineau.nl

06-48720462

Neem contact op


 

Social media

FacebookInstagram


Copyright 2023 - Stichting Anton Martineau
Inloggen | Sitehand - Professionele vormgeving | Ziber - Responsive of Adaptive? | Codesign - Reclamebureau Schagen